“Wat gebeurde er in Turnhout op 27 oktober 1789?”

Herdenking Slag van Turnhout  27 oktober 1789

230 jaar later op zaterdag 19 oktober 2019 in de schouwburg van het Cultureel Centrum  te Turnhout

Historische duiding door Francis Stijnen, historicus en schepen van de stad :

Dames en heren,

In de donkere en mistige nacht van 26 op 27 oktober 1789 marcheerden onder leiding van generaal Schroeder ongeveer 3.000 soldaten van het Oostenrijkse leger vanuit Lier naar Turnhout.  Ze zouden het “legertje van de maan”, die boeren en armoezaaiers die zich patriotten noemden, eens snel een lesje leren en het ontluikend verzet tegen de Oostenrijkse keizer in de kiem smoren.

Overmoed leidt tot val. Onderschatting tot nederlaag. Menig voetbaltrainer waarschuwt er ook vandaag nog voor, maar wat zou een goed getraind keizerlijk leger bevreesd moeten zijn voor een groep ongeoefende, slecht bewapende vrijheidsstrijders ? In voetbaltermen uitgedrukt : België - San Marino, a piece of cake, professionele voetballers tegen bakkers en verzekeringsmakelaars die in het weekend eens tegen een balletje trappen. Een hapklare brok.

Maar niets was minder waar. Op de avond van 27 oktober 1789, na de Slag van Turnhout, speelde de beiaard van de Sint-Pieterskerk geestdriftig overwinningsmuziek, luidden de klokken onophoudend en op de Grote Markt van Turnhout was het feest. De patriotten en de bevolking van de stad vierden samen de zege op het onoverwinnelijk geachte leger van keizer Jozef II. De muis had de olifant verslagen. Wat was men die avond fier om patriot of Turnhoutenaar te zijn. Tijden veranderen.

De Slag van Turnhout betekende de start van een reeks overwinningen die leidden tot de eerste Belgische revolutie, de Brabantse Omwenteling, een kortstondige onafhankelijkheid van onze contreien, die helaas een jaar later reeds verleden tijd was. Maar Turnhout bleef de ‘eerste Troost der Staten’, de plek waar de hunker naar onafhankelijkheid begon.

Wat gebeurde er in Turnhout op die dinsdag 27 oktober 1789 ? Hoe was het mogelijk dat de patriotten de Oostenrijkers in de pan hakten in de straten van de stad ? Waarom is de Gasthuisstraat voor Turnhout meer dan een winkelstraat ? Een kort relaas van de gebeurtenissen, al is nu 230 jaar later, niet ieder het eens over de details.

De Zuidelijke Nederlanden, waaronder het Hertogdom Brabant en de stad Turnhout, stonden in 1789 onder het gezag van de Oostenrijkse keizer en behoorden tot het toen immens grote Oostenrijks-Habsburgse rijk. Het werd bestuurd vanuit Wenen en strekte zich uit over een groot deel van Europa. In Brussel was er een gevolmachtigd minister en een militair bevelhebber. Sinds 1787 waren dat prins Ferdinand von Trauttmansdorff als politiek afgezant en graaf Richard d’Alton, luitenant-generaal en militair bevelhebber. Beiden moesten ze de verlichte hervormingen van keizer Jozef II, die brak met eeuwenoude tradities, met alle noodzakelijke middelen doordrukken. d’Alton, eigenlijk Dalton, was een Iers militair die zich door zijn nietsontziende reputatie een weg had gebaand naar de top van de Oostenrijkse legerleiding.

Hij vernam dat Brabantse patriotten onder leiding van Generaal Vander Mersch op 24 oktober vanuit de Verenigde Provinciën der Nederlanden, het huidige Nederland, Hoogstraten waren binnen gevallen en dat ze daar het Manifest van het Brabantse Volk hadden afgekondigd. Het volk had zich onafhankelijk verklaard van de Oostenrijkers. Wat zich enkele maanden voordien in Frankrijk had afgespeeld leek zich te gaan herhalen. Als het regent in Parijs dan druppelt het in Brussel. Een militair optreden was  vanuit Oostenrijks oogpunt meer dan gerechtvaardigd, zelfs noodzakelijk.

Graaf d’Alton stelde generaal Gottfried von Schroeder aan om het verzet snel de kop in te drukken. Schroeder verzamelde troepen vanuit Antwerpen en Mechelen in Lier. Hij wachtte niet op de marsorders en strategie van de ervaren d’Alton. Die wilde extra troepen inzetten om ook vanuit Herentals en Geel naar Turnhout te trekken. Daarnaast kreeg d’Alton geen toestemming van Trauttmansdorff om Brussel te verlaten en mee de acties te coördineren. Zo kreeg Schroeder vrij spel. Hij vertrok de nacht van 26 op 27 oktober onmiddellijk met zijn troepen richting Turnhout.

Die troepen hadden nog de mars vanuit Antwerpen en Mechelen naar Lier in de benen en werden nu, zonder pauze, verder van Lier naar Turnhout gestuurd, een nieuwe voetmars van 33 kilometer over gammele onverharde zandwegen.

Volgens de spionnen die Schroeder had uitgestuurd stelde het patriottenleger, onder leiding van een gepensioneerd officier van het Oostenrijkse en Franse leger niets voor. Schroeders leger daarentegen telde 3.000 à 3.500 soldaten, wat ruim moest volstaan in zijn ogen.  Qua artillerie beschikte hij over vijf kanonnen en twee houwitsers. Deze laatste waren een nieuwer type waarmee men makkelijker vanop afstand stellingen van de vijand kon bestoken. Zwaar materieel dus, dat moeilijk via de zandwegen te verplaatsen was. Eén van de twee houwitsers raakte daardoor ook niet tot in Turnhout, net als een deel van zijn troepen.

Volgens het plan van Schroeder zou zijn leger rond 4 uur in de ochtend voor de niet-bestaande poorten van de stad Turnhout staan, zodat hij ’s ochtends bij verrassing de stad kon innemen.   

Het liep evenwel anders. De tocht van Lier naar Turnhout bleek moeilijk. Er waren problemen met de onderstellen van de kanonnen en het voetvolk kon het opgelegde tempo niet volhouden, waardoor de troepen verbrokkelden.  Na een vermoeiende nachtelijke mars wellicht vanuit Lier via Zandhoven, Zoersel, Wechelterzande en Vlimmeren, kwamen om 6 uur, twee uur later dan voorzien, het grootste deel van de Oostenrijkers  in Vosselaar toe. Ze troffen bij het einde van een gure herfstnacht, de stad Turnhout aan gehuld in een dikke mist. Het observeren van de stad was totaal onmogelijk. Een ideale camouflage voor het patriottenleger, of was het toch de hogere macht van een weerheilige, of het Lieve Vrouwke van de Theobalduskapel dat het katholieke Turnhout gunstig gezind was ?

Eén ding was enkele uren voor de strijd zeker : de Oostenrijkse troepen kwamen de ochtend van de slag niet uitgeslapen in Turnhout aan, en velen zagen het letterlijk door de mist en figuurlijk door de vermoeidheid niet echt zitten om een onbekende stad binnen te trekken. De lichte ruiterij zou geen rol van betekenis kunnen vervullen in een stadsgevecht en de klassieke veldslagpatronen werkten niet in de smalle straten van de stad.

Er was evenwel één  licht in de mistige duisternis : het patriottenleger zou niets voorstellen, zelfs een slapende olifant kon die kleine muis vertrappelen. Dinsdag 27 oktober moest volgens Schroeder een fait divers worden in zijn militaire carrière.

 

Twee dagen voordien, op zondagavond 25 oktober waren de patriotten vanuit Hoogstraten de Grote Markt van Turnhout opgemarcheerd, hartelijk  verwelkomd door de Turnhoutse bevolking. Vanaf de pui van het toenmalig stadhuis werd het Manifest van het Brabantse Volk nogmaals voorgelezen . Generaal Vander Mersch liet de hoofdschout Charles de Fierlant en enkele andere afgezanten van het Oostenrijkse regime gevangen nemen.

Na een rustige nacht in Turnhout vertrokken op maandag 26 oktober rond 11 uur de troepen onder leiding van Vander Mersch richting Diest. Maar verder dan Kasterlee ging de veldtocht niet. De patriotten hadden een brief onderschept van Graaf d’Alton aan de hoofdschout van Turnhout, Charles de Fierlant, waarin hij aangaf dat de Oostenrijkse troepen op weg waren naar Turnhout. Vander Mersch liet zijn leger rechtsomkeer maken en keerde terug.

Bij een klassieke confrontatie in het open veld zag hij weinig kans op winst, enkel in de stad, gesteund door een enthousiaste bevolking, was voor hem de enige optie om te kunnen zegevieren. Zijn leger, dat maar heel recent was samengesteld, beschikte niet over cavalerie en artillerie, of in mensentaal, geen ruiters te paard en geen kanonnen.

Verkenners werden uitgestuurd en wachtposten opgezet. Turnhout werd met de hulp van de bevolking gebarricadeerd. Straatstenen werden opgebroken en naar de zolders gebracht om de vijand te bekogelen,  greppels gegraven en meubilair opgestapeld om versperringen op te richten,  karren en tonnen aangevoerd om de doorgang in de straten onmogelijk te maken. Het patriottenleger kon rekenen op enkele honderden Turnhoutse burgers die mee de verdediging van hun stad opnamen.  

 

Slechts 250 soldaten had men kunnen rekruteren uit legers van andere mogendheden. Zij vormden de kern met enige ervaring. Daarnaast waren er de overtuigde patriotten die enkele weken voordien vanuit verschillende Vlaamse steden naar Breda waren getrokken om de troepen te vervoegen.  En tot slot bestond het leger uit  sterke en jonge boeren, sommigen bewapend, de meesten enkel met rieken en knuppels die de tegenstanders in een man tot man gevecht konden verwonden of doden. Samen ongeveer 2.500 manschappen.

Patriotten verschansten zich in de huizen van de Gasthuisstraat. Op de Grote Markt, achter de kerkhofmuur rondom de Sint-Pieterskerk, hield Vander Mersch het grootste deel van zijn troepen klaar om een uitval te doen naar de Gasthuisstraat, waaruit de Oostenrijkers zouden komen als ze vanuit Vosselaar de stad binnen konden dringen.

Rond half zeven die ochtend van 27 oktober, reed molenaar Karel Druyts uit Vosselaar de stad binnen en verwittigde General Van der Mersch dat het Oostenrijkse leger in Vosselaar was toegekomen. De stormklokken werden geluid en alle patriotten in stelling gebracht.

Rondom 7 uur startte het artillerievuur van de Oostenrijkers op de stad. Door de mist konden ze geen doelen lokaliseren en had dit weinig nut. De overgebleven houwitser raakte daarenboven onmiddellijk onklaar en kon niet meer gebruikt worden. De patriotten antwoordden door massaal stadshaken af te vuren, eigenlijk losse flodders en feestvuurwerk dat afgeschoten werd, maar door de mist was dit niet zichtbaar en hoorden de Oostenrijkerse soldaten tientallen knallen, wat er voor hen op wees dat de patriotten toch over kanonnen beschikten en misschien wel veel sterker waren dan wat de legerleiding hen had voorgehouden.

Schroeder had zijn troepen uitgesplitst om langs drie invalswegen de stad binnen te dringen.   Een kapitale fout bleek achteraf, want de drie invalswegen kwamen nog voor het centrum en de Grote Markt samen aan den Drenk of de huidige zeshoek, aan de ingang van de Gasthuisstraat. Daar waar Generaal Vander Mersch ze wilde hebben, in een enge lange pijp richting Grote Markt.

 

Alvorens de Oostenrijkse troepen de Gasthuisstraat konden intrekken en de kanonnen  in stelling brengen, moesten ze de opgerichte versperringen weghalen. Het Oostenrijkse voetvolk trok achter drie kanonnen de Gasthuisstraat in. Schroeder hield zijn cavalerie achter de hand bij de ingang van de straat, waar ze vanuit de huizen beschoten werden.  Hoe meer Oostenrijkers in de Gasthuisstraat samentroepten, hoe meer ze in de val liepen. Vander Mersch liet de Oostenrijkers in de Gasthuisstraat beschieten vanaf de Grote Markt en stuurde een deel van zijn troepen via de huidige Driezenstraat  naar de Hofpoort en de Korte Gasthuisstraat om de Oostenrijkers in de zuidelijke flank aan te vallen. Vanuit de huizen in de Gasthuisstraat werden de Oostenrijkers beschoten en met stenen bekogeld.

Rond 10 uur kon aan de Hofpoort in de Gasthuisstraat een Oostenrijks kanon worden buit gemaakt door de patriotten. Even later veroverden ze een  tweede kanon en het tij keerde in het voordeel van Vander Mersch, die nog altijd het grootste deel van zijn troepenmacht in reserve had op de Grote Markt. Hij stuurde nu een tweede groep soldaten via de Botermarkt (het huidige Zegeplein) en de Warandestraat richting Gasthuisstraat, om via het Gasthuismuurke en de tuin van het Gasthuis, ter hoogte van de huidige Leopoldstraat en Sint-Antoniusstraat de vijand ook in de noordelijke flank te bestoken.

De aanvalslust bij de Oostenrijkse troepen bekoelde helemaal en sloeg om in plundering en desertie. Schroeder, die zelf gewond raakte, kon door het lawaai in de smalle en lange Gasthuisstraat geen bevelen meer versturen en zijn troepen waren niet meer georganiseerd. Chaos alom. Door de onoverzichtelijke situatie voelde hij aan dat hij meer en meer ingesloten raakte en een nederlaag onafwendbaar werd.  Schroeder gaf daarop bevel om de aftocht te blazen en via de Molenstraat trokken de Oostenrijkers zich terug. De slag in de straten van de stad had  bijna vier uur geduurd.

Het terugtrekken van de Oostenrijkse troepen werd gevierd als een overwinning. Er sneuvelden die dag samen ongeveer 200 soldaten en burgers in Turnhout, naast de vele gewonden en de materiële schade die werd aangericht door de gevechten en de plunderingen in en om de stad.

Maar toch vierde Turnhout feest. De overwinning werd behaald door de samenwerking van de patriotten met de burgers van de stad, gesteund door de goddelijke tussenkomst van Onze-Lieve-Vrouw van de Theobalduskapel die in de mist de kanonskogels van de Oostenrijkers had opgevangen voor ze burgers en patriotten konden raken,althans toch volgens de legende.

De maand daarna behaalde het patriottenleger belangrijke overwinningen in Gent en Diest. In december volgen dan Antwerpen, Brugge, Ieper, Kortrijk, Oostende, Bergen en Namen. De Brabantse Omwenteling was een feit. Op 18 december deden de patriotten hun intrede in Brussel en op 11 januari 1790 werd “de Republiek van de Verenigde Belgische Staten” uitgeroepen. Het succes van de eerste Belgische revolutie leidde tot een korte onafhankelijkheid. Het werd  een republiek, geen koninkrijk, van verenigde Vlaamse en Waalse staten of gewesten, niet unitair maar confederaal.  Turnhout verwierf hierdoor een plaats in de geschiedenisboeken onder het hoofdstuk “De Brabantse Omwenteling”. Zeker iets voor de Vlaamse Canon.

Dat waren de feiten. Maar hoe is het zo ver kunnen komen dat er opstand ontstond ? Wat waren de oorzaken ? Was het een drang naar vernieuwing of eerder een drang naar het behoud van tradities ? Wat was de rol van de Kerk ? Wie was Vander Mersch eigenlijk? Dit en nog veel meer zal verschijnen in mijn nieuwe boek over de Slag van Turnhout en de Brabantse Omwenteling in opdracht van het comité Herdenking Slag van Turnhout en uitgegeven door Brepols Publishers. Kan het nog Turnhoutser ?

De inhoud ligt klaar. Het wordt een frisse eigentijdse kijk op het verleden, met korte artikels, toegankelijk geschreven voor een breed publiek, met reflecties naar de actualiteit, want niets is echt nieuw. Vandaag laten we jullie nog even op je honger, maar over enkele maanden kan je het boek zelf lezen, afgewisseld met historische spotprenten en eigentijdse strips. Binnenkort zal je kunnen intekenen.

Francis Stijnen,  

Turnhout, cultureel centrum De Warande, 19 oktober 2019

 

© vzw Herdenking Slag van Turnhout - contact en info
ontwerp: FABRIEK81

Add your Content here

Donec quam felis, ultricies nec, pellentesque eu, pretium quis, sem. Nulla consequat massa quis enim. Donec pede justo, fringilla vel, aliquet nec, vulputate eget, arcu.